Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het geschiedde nu op een dag, dat Jonathan, de zoon van Saul, tot den jongen, die zijn wapenen droeg, zeide: Kom, en laat ons tot de bezetting der Filistijnen overgaan, welke aan gene zijde is; [1]doch hij gaf het zijn vader niet te kennen. 1. Vermoedelijk omdat hij vreesde dat zijn vader hem hiertoe geen verlof zou gegeven hebben.